De Koerse Schoorwal
Door: Elly
Blijf op de hoogte en volg Elly
01 Augustus 2017 | Litouwen, Nida
Vandaag vroeg op. Ik wilde naar de Koerse Schoorwal, maar ik moet eerst nog ergens zien te pinnen, want je moet hier veel contant betalen. Gelukkig heb ik op de heenweg naar de pont een bancomat gevonden, die mij van de nodige flappen voorzag. Daarna op naar de pont.
Het pontje verbindt Klaipeda met de Koerse Schoorwal. Het is best een prijzige aangelegenheid, want het pontje kost 11 euro (afgerond) en de toegang tot het nationaal park bedraagt 20 euro. Gelukkig kon ik met de eerste pont mee, want je bent niet de enige die er naar toe wil. En zeker niet bij het stralende weer van vanmorgen. Als je over bent, een tochtje van ongeveer 7 minuten, kom je in een heel andere wereld.
Je bent op de Koerse Schoorwal, met aan de ene kant de Baltische zee en aan de andere kant het haf. Omgeven door een schitterend landschap, waarbij je dan weer uitkijkt over het haf en vervolgens weer rijdt door donkere bossen, waarin zich elanden bevinden. De weg slingert zich door een duinenlandschap, waarbij je af en toe een helling van 9% tegenkomt. De Schoorwal is ongeveer 100 km lang, waarvan de ene helft in Litouwen ligt en de andere helft in Kaliningrad (Rusland). Op de smalste plaats is de wal 400 meter breed, zodat zelfs ik dat nog kan lopen.
Over de ontstaansgeschiedenis doet het volgende verhaal de ronde. Net zoals in Nederland bevond zich vroeger een rij eilanden voor de kust. Op een ervan woonde een heel mooi meisje met lang haar. Ze heette Neringa. Ze groeide en groeide....tot ze een reuzin was. Het was een goede reuzin want ze hielp de vissers. Ze schepte de vissen in hun netten. Ook zorgde ze ervoor dat ze geen schipbreuk leden.
Op een dag ging het heel hard stormen. Dat was de schuld van de zeegod Bangputys (golvenblazer). De vissers smeekten Neringa hun te helpen. Ze schepte zand in haar schort en stortte dat uit tussen de eilanden, totdat ze verbonden waren.
Nu waren de duinen heel hoog en aan de ene kant was het haf en aan de andere kant de zee. De zeegod kon de vissers niet meer dwarszitten en uit dankbaarheid noemden de vissers de landtong Neringa.
De Koerse Schoorwal wordt ook wel het Terschelling van Litouwen genoemd, maar dan wel in het groot. De Nazi’s wilden hier, net zoals op Rügen, een “Kraft-durch-Freude-Bad” aanleggen, maar het mislukte. Toen waren auto’s op het eiland verboden. Door een hoge tol te betalen proberen ze hier nu ook het autoverkeer te beperken.
Ik besloot eerst tot het einde te rijden, tot Nida, een paar kilometer voor de grens met Kaliningrad. Het was rustig op de weg. Bij Nida vond ik een parkeerplaats en ik wandelde rustig naar de zee. Alles was goed onderhouden en zelfs als invalide kon je hier goed op het strand komen via mooie plankiers. Er stonden zelfs bankjes op het strand. Ook op het strand was het rustig.
Het begon zachtjes te regenen en ik liep rustig naar de auto terug. Dan maar naar het Thomas Mann-haus in Nida. Maar in het dorp was het moeilijk een parkeerplek te vinden. Uiteindelijk kon ik hem toch parkeren. Maar het was wel heel ver naar het zomerhuis van Mann. Ik nam een typische Nida-taxi, een tuk-tuk. Het was wel even moeilijk om erin te komen maar even later scheurde mijn bestuurder door het dorpje, met mij achterin. Al snel bereikten we het huisje en dit rit kostte me 3,40.
Terwijl ik in het huis was plensde het van de regen. Het bliksemde en het onweerde. Toen ik klaar was belde de receptioniste weer voor een tuk-tuk die mij op kwam halen. En zo werd ik weer op het centrale plein afgezet, dichtbij mijn auto.
Ik besloot naar Juodkranté te rijden met zijn mooie, karakteristieke houten huisjes. Daar wilde ik wel een foto van nemen. Bovendien wilde ik de heksenheuvel zien.
De naam van de Heksenheuvel is verbonden aan een oude, Litouwse legende. Hier is verder weinig over bekend, maar de toeristenstalletjes verkopen vele heksenpoppetjes. Er werden in het verleden feesten gevierd op de heuvel tijdens midzomer.
Veel van de houtsnijwerken beelden een Litouwse volkslegende of sage uit. Van alle beelden is één ervan het bekendste, deze gaat over een vrouw en een slang.
“Lang geleden leefde hier er een jonge vrouw met haar twee broers. Ze was gelukkig, maar had behoefte aan liefde. Op een dag, toen ze langs de zee liep, kwam er een slang uit het water. Hij zei tot haar: 'Kom met mij mee naar de bodem van het meer, meisje, ik zal je kinderen schenken en je gelukkig maken.' Blij verrast stemde de vrouw in met het voorstel van de slang en vertrok naar de bodem van de zee. Ze werd heel gelukkig met de slang. Hij schonk haar drie kinderen, twee jongens en een meisje.
Na een lange tijd begon de vrouw heimwee te krijgen naar het oppervlakte. De slang zei haar dat ze aan niemand mocht vertellen hoe hij heette, omdat hij altijd moest komen als iemand zijn naam uitsprak. De vrouw onthield dit goed en vertelde het ook aan haar kinderen, die ze mee zou nemen. Gezamenlijk vertrokken de vrouw en haar kinderen naar het oppervlakte, de slang bleef alleen achter. Daar aangekomen stelde ze haar kinderen voor aan haar broers. 'Hoe heet je echtgenoot?' vroeg een van de broers. Ze antwoordde niet.
De broers vroegen het ook aan de kinderen. De twee jongens zwegen, maar het kleine meisje gaf gewillig antwoord. Die nacht gingen de broers in een bootje de zee op en riepen de naam van de slang. Toen de slang boven kwam, doodden zij hem. Toen zijn vrouw dit vernam was ze zo verdrietig dat ze haar kinderen in bomen veranderde: ze veranderde ze in een es, een eik en een appelboom. Ze veranderde zichzelf in een dennenboom. En dat is de reden dat, tot op de dag van vandaag, er veel bomen staan in Juodkrantė.”
Helaas kon ik in Juodkranté de auto niet uit. De regen viel nu met bakken uit de hemel en ik besloot terug te gaan naar de ferry. Er was ongeveer 10 minuten wachttijd, dat later wel 20 minuten bleek te zijn. En weer dezelfde chaotische toestanden. Zo was ik om een uur of half vier weer terug in het hotel.
Na wat schrijfwerk besloot ik dat ik toch maar eens voor de inwendige mens moest gaan zorgen. Ik nam mijn stokken en liep de stad in. Ik vond een leuk restaurantje in de Friedrichs-passage. De varkensoortjes heb ik maar laten liggen en heel veel ander zwaar eten ook. Ik ben gegaan voor een veilige schnitzel. Ik had er wel een glaasje sekt bijgenomen, zodat ik na het eten lichtvoetig naar het hotel liep. Of was ik misschien de “snelvoetige”, het woord dat Homerus gebruikte bij Achilles. Of was het A-Gilles? Ik weet het niet meer. Morgen naar Riga.
-
01 Augustus 2017 - 23:09
Ava:
Hoi Elly,
dat is weer een mooi verslag geworden. Ik heb het alweer met plezier gelezen.
Heel veel plezier op je vakantie. Leuk dat taxi's tegenwoordig op veel plekken tuktuk's zijn.
Ze rijden in Amsterdam ook vaak als gekken, dat is in Litouwen dus niet anders.
Groeten en tot de volgende keer! Doe voorzichtig!
Ava -
08 Augustus 2017 - 11:38
Hetty:
Lieve Elly,
Ik zei het toch al: altijd een paraplu meenemen!
H. groet
Hetty
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley