reis naar Ravenna
Door: Elly
Blijf op de hoogte en volg Elly
01 Juni 2025 | Italië, Punta Marina
1 juni 2025 naar Ravenna
Vandaag was de dag dat Rinske weer naar Nederland terug moest. Ik ben met haar wel verwend. Ze sleepte mijn stoeltje naar het zwembad, was gezellig, we deden samen spelletjes, ze hielp met het vinden van de goede weg en we hadden samen veel lol. Dus nu is het weer afkicken.
Vanmorgen om half zeven stonden we op. Rinske had in het woongedeelte, kamer kun jet het niet noemen, geslapen omdat het in haar kamer te warm was. En er zit een soort rubber om de matrassen dat niet erg ademt. We hadden natuurlijk gisterenavond al veel ingeruimd, maar het valt toch altijd tegen. Het beddengoed, de handdoeken, de koelbox met dingen uit de koelkast, jassen etcetc.
Toch konden we tegen acht uur vertrekken. Voor de laatste keer de hellingproef en we reden van de camping af. Daar gingen we weer, door de Telepas poortjes naar de autostrada richting Florence.
Ik wist wel waar ik parkeren kon, dus daar reed ik “creatief” naar toe. Een beetje te creatief, want ik sneed een auto. Maar het belangrijkste was dat Rinske op tijd was. Ik vertrouwde na de vorige keer hier de Telepas niet meer en bovendien ging de slagboom niet omhoog, dus ik trok een kaartje.
Ik nam afscheid van Rinske en reed weer door de slagboom, die nu openging. Alleen stond ik nu ineens voor zo’n rood bord met een witte balk, je weet wel, verboden in te rijden. Wel gek, want mijn poortje kwam daar recht voor uit. Maar goed, ik kon het snel corrigeren en reed al snel weer richting Rome. Dat kan je zomaar gebeuren in Italië!
Ik wilde alternatief rijden, dus geen autostrada. Daarom sloeg ik af bij Firenze Sud, richting Forli via de SS 67. Mijn tomtom had het maar moeilijk. Hij wilde maar dat ik terugreed en via de Autostrada reed, via Bologna. Hij heeft het lang volgehouden. “Keer om, ga naar rechts, ga terug.” Maar hij zag op een gegeven moment toch in dat als een vrouw iets in haar hoofd heeft je daar niets aan verandert dus hij gaf het op en begon ijverig kaart te lezen.
Ik kwam langs de afslag Fiesole, dat hoog boven Florence ligt. Daar staat een oud Romeins theater. Omdat ik dit al een keer gezien had reed ik door. Ik zag een tankstation en besloot te tanken. Je weet nooit wanneer het weer kan als je in de “bush” verdwijnt. Op zondag zijn de tankstations stations niet bemand. Maar met een creditcard kon je net zo tanken als in Nederland. Ik had tenminste weer een volle tank voor 1,69/liter. De weg werd smaller en het was ook niet echt rustig. De omgeving was echter mooi. Het was erg groen en bergachtig. Ik reed langs de Arno en langs Pontassieve, waar de Sieve in de Arno uitmondt.
Niet alleen werd de weg smaller, hij werd ook steiler met heel, heel veel haarspeltbochten. Van die korte, dicht op elkaar. Maar de auto, en ik dus ook, trokken het prima. Er waren wel veel wegopbrekingen met stoplichten, Maar het is zondag dus er werd niet gewerkt. Er waren wel veel motorrijders onderweg. Deze weg was natuurlijk een echte uitdaging voor hun. Maar voor mij dus ook. Alleen haalden ze overal in: vlak voor bochten, als er een tegenligger aankwam, levensgewaarlijk!
De weg die ik reed was de SS 67 en die ligt nog in de regio Toscane. Het is de Muraglione pas, vroeger bekend als de Colla dei Pratiglioni. Het is een bergpas in de Toscaans-Romagnoolse Apennijnen en is 907 meter hoog. Hij ligt in de provincie Florence, in de gemeente San Godenzo, zes kilometer ten zuiden van de administratieve grens tussen Toscane en Emilia-Romagna (provincie Forli-Cesena). De pas scheidt het dal van San Godenzo en de Mugello van het dal van de Montone.
Oorspronkelijk liepen er over de pas ezelspaden. Tussen 1832 en 1836 liet groothertog Leopold II van Toscane een rijweg aanleggen om de hoofdstad Florence te verbinden met het Toscaanse deel van Romagna. Tegelijkertijd met de weg werden op de pas een wegwachterhuis en een klein hotel gebouwd. De ingenieur die verantwoordelijk was voor het ontwerp van de verbindingsweg, Alessandro Manetti, liet een stenen muur bouwen om reizigers te bschermen tegen de sterke bergwind. Aan deze muur, of muraglione, ontleent de pas zijn naam.
Verborgen in de Apennijnen liggen mooie watervallen, die ook indruk hebben gemaakt op Dante, de grote Italiaanse schrijver die de trilogie schreef van de “Divina Comedia”. Hij wordt wel de vader van het moderne Italiaans genoemd. Hij was uit Florence verbannen in het jaar 1302. Na zijnverbanning was hij op weg naar Ravenna. Hij verbleef tijdens de winters van 1302 en 1303 in het dorp San
Benedetto in Alpe en in het Benedictijner klooster dat daar al sinds de negende eeuw stond. Hij begon met zijn werk in ballingschap, de sarcastische en satirische pelgrimstocht naar het Inferno, het Vagevuur en het Paradijs, die samen “la Divina Comedia” vormen. Hij beschrijft hierin verschillende landschappen die hij rond San Benedetto in Alpi zag. De natuur liet een diepe in druk op hem achter.
Hij beschrijft hoe hij bij de waterval van Acquacheta komt in Song XVI, versen 94 tot 104 van “Inferno”.
Overigens, Alpe (Enkelvoud) en Alpi (meervoud) verwijst naar de bergweiden. San Benedetto dell’ Alpe (zoals Dante het noemt) of San Benedetto in Alpe, betekent letterlijk San Benedetto bij de bergweide. De waterval was echter te ver lopen voor mij.
Al klimmend reed ik door en kwam ik langs een parkeerplaats. Ik dacht dat dat de pashoogte was, maar toen ik weer in de auto stapte bleek ik er nog lang niet te zijn. Ik wilde op deze parkeerplaats even mijn broodje opeten, dat ik die ochtend zorgvuldig klaargemaakt had. Maar nergens in die volle auto waren mijn broodjes te bekennen. Ik ging bij de bar, bar Cavellino, tegenover de parkeerplaats naar binnen. Daar kon ik vast wel even naar toilet. Maar ja, je moet altijd maar afwachten wat er is. Het was in ieder geval schoon, maar wel laag en zonder bril. Laag is voor mij wel een probleem, maar als ik me ergens aan op kan trekken is het ok. Ik wilde mijn handen goed wassen en er stond zeep. Helaas kwam er geen water uit de kraan; ook niet bij de heren. Dat moest ik dan zo in de auto maar afmaken, want daar had ik genoeg water. Ik vond het aardig dat ik naar toilet mocht dus ik heb een potje echte honing gekocht.
Weer klom ik verder, totdat ik eindelijk de pashoogte bereikte. En ik was niet de enige. Er waren wel honderden motorrijders! En dat merkte ik ook weer met naar beneden gaan. Steeds inhalen waar het eigenlijk niet kan en vlak voor bochten. Spelen met je leven want niet iedereen had beschermende kleding aan. Ik moest ook echt de haarspeltbochten goed nemen want ze snijden dan ook nog vaak de bochten af.
Nadat de motorrijders en ik heel veel kleine dorpjes gepasseerd waren met heel veel kleine, bochtige straatjes bereikte ik de omgeving van Forli. Nu moest ik nog naar de camping aan zee rijden. Het was een hele toer om hem te vinden, De tomtom wist er ook geen raad mee. Het was ook erg druk. Veel Italianen hebben een lang weekend omdat ze morgen vrij zijn vanwege de “Dag van de Republiek”.
Ik keerde ergens en reed terug. Toen zag ik “Marina Village” staan. Er was geen parkeerplaats dus ik parkeerde maar even dubbel. Bleek ik helemaal goed te zitten, dit was mijn camping.
Ik checkte weer in en mocht doorrijden tot de Eurocamp mensen. Daar moest ik de auto maar even parkeren, zodat hij niet in de weg stond. De dames waren eten. Ik was natuurlijk veel te vroeg; het was een uur en ik mocht eigenlijk pas om vier uur in de stacaravan. Maar binnen vijf minuten kwam er een aardige mevrouw die alleen Italiaans sprak. Zij noteerde alles en toen bracht ze me naar de caravan. Moderner dan die andere en ook schoner. De bedden waren zelfs al opgemaakt met een schoon onderlaken. De auto mocht er gewoon naast en de faciliteiten waren vlakbij.
Ik pakte de auto uit en maakte het bed verder op met mijn eigen spullen. De keukenspulletjes in de keuken en de koelbox leegde ik in de koelkast. Vervolgens liep ik naar het strand, dat hier vlak achter de caravan is. Een deel van het strand is verhuurd en daar moet je voor de bedjes en de ombrellones (parasols) betalen. Je kan niet zomaar gaan zitten. Vijftig meter verderop is vrij strand en dat was heel mooi en rustig. Ik wilde even wat drinken maar dat moest je zelf halen! Rinske, waar ben je!
Ik liep maar naar de camping terug. Ik ging lekker douchen want er zat allemaal zand tussen mijn tenen. Deze douche is een stuk groter dan die in de vorige caravan. Alleen ….. deze douche kan alleen maar op een hoge stand en dan sproeit hij naar boven. Ach, er is altijd wel wat. Zo hebben ze hier van die kleerhangers waarbij je het ene deel van het hangertje in een ander deel schuift, dat op een roede zit. Alleen ontbreken de roeden. Nu heb ik echte hangers gekregen, maar nog geen roede.
Het zwembad heb ik ook nog even bekeken maar ik kon niet zien of het iets voor mij was. Bovendien kun je er niet vrij zitten zoals op de vorige camping. Voor een bedje betaal je 2,50 per dag en 1,50 voor een halve dag. Wat dat betreft was de andere camping weer klantvriendelijker. Ook het centrum van de camping is niet zo gezellig. Nu ja, ik heb vanavond gewoon lekker hier gegeten en het is wel genoeg voor vandaag.
-
02 Juni 2025 - 09:17
Jip:
Ik vind het reuze dapper dat je dan in je eentje zo'n bergpas neemt. De plaatsnamen komen mij bekend voor, maar of dat door vakanties of door geschiedenisboeken komt, weet ik niet.
Veel plezier weer!
-
02 Juni 2025 - 09:44
Margriet:
Wel weer een hele onderneming deze reis.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley