Helgoland - Reisverslag uit Achim, Duitsland van Elly Oudenaren - WaarBenJij.nu Helgoland - Reisverslag uit Achim, Duitsland van Elly Oudenaren - WaarBenJij.nu

Helgoland

Door: Elly

Blijf op de hoogte en volg Elly

28 Augustus 2022 | Duitsland, Achim

Voor de lezer die nog wat meer over vesting Helgoland weten wil ..... en anders moet je dit niet lezen![e-1f600]

Hoogzeevesting Helgoland (voor de geïnteresseerden).

Zoals reeds eerder vermeld werd Helgoland na stijgende Duitse diplomatieke druk en jarenlange onderhandelingen, in 1891 aan Duitsland teruggegeven in ruil voor de kolonie Zanzibar. Reeds 7 dagen na de overdracht werd beslist het eiland te versterken tegen een eventuele invasie. Er werd voorzien in drie zware batterijen: een noordelijke bestaande uit twee enkeltorens met 21 cm vlakbaangeschut, een middelste groep met 8 kustverdedigingshouwitzers, en een zuidelijk groep, wederom met twee 21 cm stukken vlakbaangeschut in enkeltorens. Voor de nabij verdediging tegen invasies werden 10 37 mm Gruson revolverkanonnen voorzien. Dit alles aangevuld met bomvrije magazijnen en manschapsonderkomens en verder alles wat een vesting nodig heeft.

De eerste opdracht was om te zorgen voor een goede verbinding tussen het Oberland en het Unterland. Hiervoor werd er een steile spoorwegtunnel tussen de twee uitgehakt. In deze tunnel konden spoorwegwagons met een stoomlier naar boven worden getakeld. Ook werd er onderaan de tunnel een aanlegplaats voor vrachtschepen gebouwd om materialen aan te voeren.

In 1908 werd besloten het eiland te versterken volgens de nieuwste vestingbouwkundige principes en beschermd tegen de sterkste vijandelijke schepen. Verder moest er een haven komen naast het Unterland om kleine oorlogsschepen te ondersteunen met alle bijgebouwen, opslagplaatsen en workshops die dit vereiste. Ik ga niet helemaal uitweiden over al het militaire tuig dat geïnstalleerd werd. Het ging om langeafstandsbewapening met kanonnen en dubbeltorens, een houwitzerbatterij ed. In 1912 werd bij Krupp een 38 mm houwitzer met een bereik van 18 km en een granaatgewicht van bijna 1500 kg besteld. Het werd echter niet op het eiland geïnstalleerd en bleef bij Krupp in een hangar opgeslagen. In 1918 werd aan Krupp gevraagd het affuit aan te passen zodat het als zwaar veldgeschut kon worden gebruikt. Deze aanpassing werd echter niet voor het einde van de Eerste Wereldoorlog voltooid.

Alles moest beschermd worden door daken en muren van 2 tot 4 meter gewapend beton om de zwaarste beschietingen te kunnen weerstaan en ze werden voorzien van verscheidene vuurleidingsposten. En verder ook alle infrastructuur nodig voor de vesting. Alles moest verbonden worden door onderaardse gangen. Toen deze voltooid waren kon men via deze gangen beschermd tegen het zwaarste vuur van de noordelijk punt naar de zuidelijke punt gaan.

Stel je eens voor: alleen al bij de punt van het eiland stonden twee 21 cm kanonnen in enkeltorens opgesteld op één grote bunker met aangebouwde munitieopslag. Deze was onderaards verbonden met twee enorme bunkers die ieder een 30,5 cm dubbeltoren droegen. Deze laatste waren opgesteld op bunkers met twee verdiepingen waarin munitiemagazijnen en manschapsverblijven ondergebracht waren.

Deze batterij werd in een diepe lange sleuf in de rots ingebouwd in gewapend beton. Enkel de houwitzers waren van bovenuit zichtbaar in cirkelvormige kuilen, afgelijnd in gewapend beton. Het betonblok van de batterij was 370 meter lang en had één verdieping. De batterij werd later om vuurleidingsredenen in twee groepen van elk vier houwitzers gesplitst. De houwitzers waren onder dunne stalen splintervrije stalen torens opgesteld, daar deze door hun diepgelegen ligging toch niet waar te nemen waren of te raken door vlakvuurgeschut van oorlogsschepen.

Ze waren bedoeld om de dunne dekken van oorlogsschepen te doorboren. Ze konden vuren van 1200 m tot 12000 m met 2 à 3 schoten per minuut per loop. Tegen het begin van de eerste wereldoorlog kondenslagschepenechter van verder het vuur openen, en was deze batterij eigenlijk zinloos geworden, tenzij voor het afslaan van invasiepogingen tegen het eiland. De batterij was onderaards verbonden met 7 betonnen vuurleidingsstanden. Verder was de batterij voorzien van zijn eigen watercisternen, krachtcentrale en een 40 meter diepe waterput. In de magazijnen waren 350 granaten per houwitzer voorzien.

Vanaf 1914 werd naast de batterij een 10,5 cm BAK kanon opgesteld. Ook werd er een luchtafweerbatterij met 6 stuks 5,2 cm kanonnen opgesteld.

In tegenstelling tot de noordgroep was de zuidgroep uitgevoerd als één reusachtige monolitische bunker met twee verdiepingen welke de vier geschutsopstellingen bevatte. Ook de zuidgroep had een kommandopost die de vuurleiding van zowel noord- als zuidgroep op zich kon nemen, met bijbehorende afstandsmeters. Zowel noordgroep als zuidgroep hadden twee dieselmotoren die de hydraulische druk leverden nodig voor het aandrijven van de geschutstorens (2 x 345 pk). Verder waren er dieselgeneratoren voor elektriciteit, geforceerde verluchting en algemene nutsvoorzieningen. De geforceerde verluchting zoog verse lucht aan via pijpen die naar de klifwanden voerden en zorgden voor een totale vervanging van de aanwezige lucht van 25 keer per minuut in de geschutstorens, en trager in de rest van het block.

Ook waren er, zoals in de noordgroep, manschapsverblijven, munitiemagazijnen en alle nodige voorzieningen voor een garnizoen. Er waren in de enorme bunker van de zuidgroep echter veel meer centrale diensten voor de vesting aanwezig, en deze groep had dan ook een veel grotere bezetting in oorlogstijd dan de zuidgroep.

De kanonnen van 30,5 cm waren de krachtigste stukken geschut die er op dat moment beschikbaar waren. Deze bevonden zich ook aan boord van zware slagschepen. Het bereik was 27 km met een granaat van 405 kg.De 21 cm kanonnen konden 13000 meter ver schieten.

Naast de twee vuurleidingsstanden, bij de noord en zuidgroep, die het vuur van beide groepen konden leiden, waren er nog talrijke in de kliffen ingebouwde waarnemingsposten. Toen met het verloop van tijd bleek dat het eiland vaak omgeven werd door mist, die echter enkele meters boven de zeespiegel hing, werden er nabij het zeespiegelniveau, waar op dat moment betere waarneming mogelijk was, extra waarnemingsposten aangebracht.

Wegens de hoogte van de kliffen boven de waterspiegel waren er geen hoge torens nodig voor de vuurleiding op lange afstand. Verder werd er een grote gebetonneerde centrale commando bunker gebouwd, die in oorlogstijd het bevel over heel het eiland en alle bewapening op zich nam.

De drie groepen waren zo drie onafhankelijke stellingen die volledig operationeel bleven als er schade aan een andere groep werd aangebracht.

Op het bovenland werden een hele rits gebouwen neergezet voor gebruik in vredestijd. Naast de gebruikelijke kazernes, officierengebouwen, kommandantenonderkomens, een oefenbatterij van 6 stuks 7.62 cm geschut en oefenvelden waren er ook ontspanningsmogelijkheden voor het garnizoen en zelfs een casino voor de officieren.

Op de kleine strandjes die het bovenland omringden bevond zich een strandverdediging met 3,7 cm revolverkanonnen. Verder waren er talrijke schijnwerpers in de kliffen ingebouwd.

Er was ook een grote gebetonneerde, ingegraven personeelsschuilplaats met onder meer een ziekenhuis. Vanuit de tunnel die het boven-en benedenland verbond was er een uitgebreid onderaards tunnelsysteem uitgehakt, vooral als munitieopslagplaats. Aan de beneden ingang van de tunnel en onderaan de trap naar het bovenland werden bunkers met 3,7 cm revolverkanonnen en mitrailleurs gebouwd tegen invasiepogingen.

Verder werden er telegraafkabels naar het vaste land gelegd.

Oorspronkelijk waren er twee redes, vrijwel onbeschut en een klein haventje voor de vissers. In de uitbouw tot vesting kwam ervanaf 1906 een haven voor kleine oorlogsschepen en duikboten. Deze moest volledig kunstmatig worden aangelegd. Deze was volledig klaar in 1915. Hiervoor werden er eerst twee grote dijken met een gezamenlijke lengte van 2600 meter als bescherming tegen de open zee gebouwd. Gezien de ondergrond en de sterke stromingen, konden deze niet gebouwd worden door gewoon stenen te storten op de juiste plaats. Daarom werden er ijzeren caissons met een lengte van 25 meter een breedte van 10 meter en een hoogte van 5 tot 11 meter gebouwd, die op de juiste plaats werden afgezonken. Deze werden vervolgens met beton gevuld.

Binnen deze beschutte ruimte werd een gedeelte door opgebaggerde grond opgehoogd boven zeeniveau (4,5 miljoen kubieke meter zand) als fundament voor de nodige gebouwen voor de zeebasis. Binnen de beschermde kom werden aanlegpieren gebouwd en een klein droogdok (dat pas in 1918 klaar was). De haven was ingedeeld in twee bekkens, één met 75 hectaren oppervlakte en één met 5 hectaren oppervlakte.

Er werd een voorraad aangelegd van 10 000 ton stookolie, zoetwater cisternen met een inhoud van 6000 kubieke meter en 40 000 ton kolen.

De kleine haven (5 hectaren) werd gebruikt als U-boot haven. Ze kon 26 U-Boote bevatten. Dieselaggregaten van in totaal 3600 pk konden de batterijen van 12 U-Boote in 18 uur opladen, zodat de motoren van de duikboten zelf konden gespaard blijven of opgeladen werden tijdens hun verblijf of onderhoud in de haven. Voor de duikboten was er een voorraad van 75000 liter smeerolie en 21 000 000 liter dieselolie. Ook was er een torpedo-opslagplaats.

Een gedeelte van de grote haven werd gebruikt als torpedoboot en mijnenveger haven (en ook nog een rits andere kleine oorlogsschepen) met een capaciteit van 70 schepen.

Aan de rand van het havenbekken werden drie hangars gebouwd voor watervliegtuigen. Op het opgebaggerde land werden alle nutsvoorzieningen voor een oorlogshaven gebouwd, grotendeels echter niet gebetonneerd. Ter verdediging kreeg de haven vier batterijen. Verder waren er op de dijken opstellingen met mitrailleurs en 5 schijnwerpers.

Wegens het kleine bruikbare oppervlak en het lage niveau van het eiland Düne werden er enkel anti invasiemaatregelen getroffen (stellingen met 3,7cm revolverkanonnen en mitrailleurs). Ook werd er een luchtafweerbatterij met 4 stuks 8,8 cm kanonnen gebouwd.

Voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, werd op 1 augustus 1914 het eiland gemobiliseerd. De bewoners kregen 24 uur om hun spullen te pakken en het eiland te verlaten. Ze zouden er pas in 1918 kunnen terugkeren. Hun huizen waren inmiddels ofwel door troepen gebruikt of gewoon 4 jaar lang niet onderhouden en de bewoners waren niet blij met de toestand waarin ze hun woningen terugvonden. De mobilisatie werd grondig uitgevoerd. De stranden werden van mijnenvelden voorzien, prikkeldraadversperringen aangelegd. De geschutsstellingen werden bemand. De noord, zuidgroep en houwitzerbatterij bemand (1036 man in de zuidgroep, 210 man in de howitzerbatterij en 376 man in de noordgroep) Veel personeel moest echter nog van het vaste land worden aangevoerd.

Het eiland was brekend op een oorlogsgarnizoen van 3200 man, doch door het aanbrengen van extra defensieve stellingen en extra havenpersoneel waren er na de mobilisatie meer dan 4000 man aanwezig. Proviand voor 3 maanden kon bomvrij worden opgeslagen. In onbeschermde opslagplaatsen werd er nog eens proviand voor 9 maanden opgeslagen.

Tijdens de eerste slag bij Helgoland op 28 augustus 1914 kwamen 4 Britse destroyers binnen vuurbereik van het 30,5 cm geschut dat prompt het vuur opende. De destroyers draaiden onmiddellijk weg. Dit was de enige keer dat het eiland rechtstreeks tegen vijandelijke zeestrijdkrachten optrad. In de verte werden de rookpluimen van de achteropkomende zware eenheden waargenomen.

Omdat de Britten invasieplannen hadden, werden de mogelijkheden voor een beschieting van het eiland en eventueel een landing werden onderzocht. De reden voor een landing was dat men dan het eiland zou kunnen gebruiken als vooruitgeschoven basis om de Duitse havens te blokkeren. Dit plan werd echter afgeschreven: Het werd als te riskant geacht gezien de sterkte van het fort. Ook was het maar zeer twijfelachtig of het eiland behouden kon worden en bevoorraad zo vlak voor de Duitse kust. Verder kon men er zeker van zijn dat bij een eventuele succesvolle invasie de Duitse troepen op het laatste moment alle nutsvoorzieningen zouden opblazen en het eiland als basis onbruikbaar maken.

Tijdens de oorlog werd het eiland als U-bootbasis gebruikt. Het had het voordeel tegenover de havens op het vaste land dat het altijd ijsvrij was. Zo waren in december 1917 en januari 1918 de havens op het vasteland dichtgevroren en opereerden de U-boten enkel vanuit Helgoland. In deze twee maanden brachten deze duikboten schepen met een waarde van 30 miljoen pond tot zinken wat bijna evenveel was als de 35 miljoen pond die Duitsland in de bouw van het fort en haven had geïnvesteerd. Het eiland kon niet gebruikt worden als vliegtuigbasis omdat er geen plaats was voor een startbaan Er konden enkel watervliegtuigen gebruikt worden. Doch men won 65 km vliegbereik voor verkennings-opdrachten boven de Noordzee.

Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog bepaalde een clausule in hetVerdrag van Versaillesdat onder geallieerd toezicht alle versterkingen op het eiland moesten vernietigd worden. Ook de dijken van de havens moesten grotendeels verwijderd worden. Dit werd, vooral onder toezicht van de Britse marine, tussen 1918 en 1922 gedaan.

Tijdens het Naziregime was het eiland weer als versterking uitgebouwd, doch lang niet zo grondig als de vesting uit de jaren 1892-1918. De hoofdbewapening bestond uit 3 30,5 cm kanonnen van hetzelfde type als voorheen, doch in licht gepantserde opstellingen opgesteld. Verder was er een batterij 17 cm geschut. Het werd gebruikt als basis voor lichte zeestrijdkrachten (vooral kleine torpedoboten en mijnenvegers). Er was echter een zeer sterke luchtafweerbewapening van 8,8 cm, 10,5 cm en 12,8 cm batterijen. Daarom werden Britse en Amerikaanse bommenwerpers meestal om het eiland heen geleid. Toch werden er nog een aanzienlijk aantal bommenwerpers neergeschoten.

Düne werd met aanzienlijke hoeveelheden opgespoten zand vergroot tot meer dan 4 maal zijn oorspronkelijke oppervlakte en er werd een luchthaven met twee betonnen start- en landingsbanen op gebouwd voor een escadron jachtvliegtuigen. Deze luchthaven is tegenwoordig nog steeds in gebruik voor recreatiedoeleinden.

Er was een enorm ambitieus project om met kilometerslang dijken en enorme oppervlakten opgespoten grond de basis uit te bouwen als hoofdhaven voor de Kriegsmarine (7,5 km lang en 3,5 km breed), doch dit werd als te duur beschouwd en de plannen bleven in de koelkast.

Na de tweede wereldoorlog was Groot-Britannië het eiland beu en besloot men het op te blazen. Hiervoor werden 6500 ton springstoffen aangebracht, die tegelijk werden opgeblazen. Dit was misschien wel de grootste niet nucleaire explosie uit de geschiedenis. De kracht bleek nog echter nog veel te zwak. Het eiland veranderde wel van vorm en nu is er, naast het Ober- en Unterland ook nog een Mittelland tussen de twee in.


  • 28 Augustus 2022 - 17:28

    Jip Bieräugel:

    Maar was er geen borduurwinkel of leuke stoffenzaak?

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Elly

Hallo, Ik ben Elly van Oudenaren. Ik ben 64 jaar oud en docente Duits. Ik houd ervan om nieuwe dingen te zien, steden te bezoeken en te genieten van de verschillende landschappen. Dit jaar reis ik voor het eerst alleen. Een half jaar geleden is mijn man Gilles overleden. Maar ik wil nog zo graag van alles zien. We gingen altijd met de caravan, wat voor mij het leukste is. Nu ga ik langs hotelletjes. Dat is veel minder leuk, vind ik. Je zit dan alleen op de kamer, terwijl je op een camping gelijk aanspraak hebt. Maar misschien ontmoet ik toch wel hele leuke mensen, juist omdat ik alleen ben. Ik vertrek morgen, 17 juli. Via Venlo rijd ik naar Koblenz en dan verder naar Sasbach in Schwarzwald, waar mijn vriendin woont. Daar ga ik eerst een paar dagen bijkomen. Vervolgens rijd ik weer noordwaarts en ga via Dresden naar Holtendorf, waar ik overnacht. Dan begint het avontuur. Ik ga een rondreis maken door Polen. Ik ga naar Krakau en dan naar Gdansk. Onderweg hoop ik allerlei interessante dingen te zien. Via de route langs de Oostzee rijd ik dan weer terug.

Actief sinds 15 Juli 2016
Verslag gelezen: 161
Totaal aantal bezoekers 53119

Voorgaande reizen:

29 Mei 2023 - 21 Juni 2023

Rondje Duitsland en Polen

14 April 2023 - 21 April 2023

Naar de Moezel

21 Augustus 2022 - 08 September 2022

Reis door Duitsland deel 2

06 Juni 2022 - 25 Juni 2022

Reis door Duitsland deel 1

29 Juli 2018 - 29 Augustus 2018

Rondje Oostzee

30 Juli 2017 - 22 Augustus 2017

Op reis door de Baltische Staten

17 Juli 2016 - 09 Augustus 2016

Alleen naar Polen

Landen bezocht: