Helgoland
Door: Elly
Blijf op de hoogte en volg Elly
23 Augustus 2022 | Duitsland, Helgoland
Dinsdag 23 augustus.
Vanmorgen scheen de zon weer uitbundig. Ik besloot om eerst maar eens naar het Helgoland museum te lopen. Ik vind de geschiedenis van dit eiland toch wel erg interessant. Er is natuurlijk heel wat van de geschiedenis verdwenen, want na het bombardement stond er helemaal niets meer.
Na mijn tijd als gids/educatief medewerkster in het Zuiderzeemuseum ben ik mij altijd voor klederdrachten blijven interesseren. En ook dit eiland had klederdrachten, die helaasom bovengenoemde reden allemaal verloren zijn gegaan. In het museum(pje) staan er nog een paar, maar dat is dan ook alles.
De geschiedenis van de Helgolander klederdracht gaat 300 jaar terug. Vanaf 1649 is die geschiedenis gedocumenteerd, maar veel dingen hebben zich veranderd. De rode rok, de “Paik” met de geel-groene zoom is echter gebleven. Deze voorkwam dat de dure rode stof vies werd bij slecht weer.
De klederdracht van de vrouwen bestond in 1649 uit een witte vleugelhul, een rode rok, de paik, een onderhemd met gele mouwen (“Fuurumt”), een lila korte rok (Skört) en een wit hem met zichtbare kraag. Daarbij hoorde nog een zwarte gordel met zilver en siersteentjes, zilveren gespen en een zilveren borstversiering. Er onder werden lila of witte kousen gedragen.
De kleine meisjes droegen in 1720 een kuitlange “Paik”, een blauw linnen schort. Een bonte muts van brokaat met een gekleurde rand, een halsdoek met een klein patroon, gebreide mouwen met blauwe en witte strepen aan de bovenkant, wollen kousen, een wit katoenen hemd en zwarte leren schoenen.
Jaren later ontwikkelde zich de vrouwendracht in een soort kaphoedje (“Hoadskolluk”), een “Paik” met bovendeel, meerdere korte rokken (Skört) over elkaar, een onderhemd met ¾ mouwen, een kraplap
(net zoals bij ons op Urk en ook wel “kroplap” genoemd), zilveren naalden, een blauw schort, blauwe wollen kousen en pantoffels. De bovenste rok werd omhooggetrokken en diende als hoofdbedekking in de winter en bij kleine kinderen als een warm omhulsel.
Zoals gezegd heeft de Tweede Wereldoorlog ertoe bijgedragen, het aantal toch al weinige klederdrachten nog verder te decimeren. Met behulp van schriftelijke- en mondelinge overleveringen is men begonnen de klederdrachten weer te maken. Net zoals in vroegere jaren met kleine afwijkingen. Blouses en schorten werden nu van dezelfde stof gemaakt, terwijl ze daarvoor vaak van verschillende stoffen en patronen gemaakt werden.De blouses met korte mouwen kregen nu een brede rand kant. De hullen (Hülnduk), die na de oorlog van eenvoudig materiaal werden gemaakt, werden nu weer van bonte en kostbare zijden stoffen en kant gemaakt, precies zoals de rest van de klederdracht. De kleine halsdoeken zijn vervangen door duidelijk grotere. Er werd geen Dirndlstof gebruikt en de stof van de rode rok is in zeven vouwen gelegd, die de zeven wereldzeeën symboliseren. Ook voor de kleine kinderen is de dracht veranderd. Nu dragen ze een kleinere versie van de dracht van de volwassenen.
Vindt een jongeman een meisje dat hem bevalt en het meisje stemt toe, verkondigt hij, dat ze “bestelt” is. Daarna worden de ouders van de beide kinderen geïnformeerd. Een lange verlovingstijd van tot vier jaar gaat vooraf aan een bruilof op Helgoland in de 18de eeuw. Is de jonge man 24 jaar oud, mag hij zijn bruid op woensdag, zaterdag en zondag bezoeken.
Heeft een meisje op haar 18de nog geen vrijer, werd ze als “overblijver” gezien en kwam ze nog moeilijk aan de man. De laatste optie was een weduwnaar. Deze kon in de 18de eeuw ook nog moeilijk aan een vrouw komen.
In het geval dat het meisje zwanger raakte voor de bruiloft, werd er snel een bruiloft geëngageerd en trad er een zogenaamd “trapverbod” in werking, dat hield in, dat de man voor de bruiloft niet naar zee mocht om de bruid voor een schande te behoeden en een buitenechtelijk kind op de wereld zou brengen.
Naast andere tradities rondom de bruiloft was het gebruikelijk, dat de man zijn vrouw een gezangenboek met zilverbeslag gaf en een zilveren “Hartjen”, een zilveren broche met een gestileerd zilveren hart, een schip, dat stond voor de scheepvaart, een lootsteken voor het inkomen, een rozenstok als teken van liefde voor het leven en een engel voor de liefde. De vrouw op haar beurt schonk de man meestal een zilveren tabaksdoos, een paar kousen, zilveren halsknopen en een buidel van zilver en goud.
Nu krijgen de meisjes hun Hartjen in de regel als doopgeschenk van hun ouders of peetouders.
Vond ik nu de klederdracht op die in Nederland lijken? Tja, de rode rok van meekrap was op Marken, de kraplap hadden we op Urk, maar verder heb ik niet veel kunnen herkennen.
In het museum kon je ook een rondleiding door de bunkers boeken, maar dat is voor mij niet te doen. Lange trappen af, donker, smal, niets voor mij. Daarom ben ik maar weer verdergegaan met mijn wandeling. Ik wilde naar het Oberland. Een weggentje naar boven leek me wel wat. Dan hoefde ik niet met de lift. En de mensen zeiden dat hij niet steil was. Nou, die hebben een ander idee van steil dan ik. Ik moest echt naar voren leunen om niet achterover te vallen. Maar met een klein half uurtje was ik boven en dat geeft toch ook wel weer voldoening. Hier ook heel veel tax free winkels, waarvoor ik nog steeds niet warmloop. Maar er gaan heel wat sigaretten, parfums en alcohol over de toonbank.
Nee, ik genoot van het uitzicht over zee. Het was echt adembenemend. Je kunt echt een heel stuk lopen met de huizenrij rechts en het uitzicht links. Totdat je bij een standbeeld komt meer een beer der Berliner Bär.
De beert, beter het standbeeld van het Berlijnse symbool, blikt vanaf Helgoland in de richting van Berlijn. Eronder staat de mededeling: “456 kilometer naar Berlijn”. Het geheel staat aan de Klippenrandweg. Hij is gemaakt van brons, is 85 cm hoog en weegt 33 kilogram. Het is een bronzen afgietsel van een beeld van een beer van Hildebert Kliem. De echte beer staat op de ronde binnenplaats van het raadhuis van Wilmersdorf en werd op 14 september 1988 onthuld.
Bij het standbeeld leidde een trap weer naar het Unterland. Ook deze hindernis heb ik genomen. Langs de havens en de Kurpromenade ben ik weer teruggelopen naar mijn appartement. Ik ben nog wel even naar binnengelopen bij het toeristenbureau. Ik had een vraag binnengekregen hoe het zat met scholen op Helgoland. Nou, er is een school en kinderen kunnen hier tot en met de 10de klas naar school, dus dat is bij ons na de mavo als ze 16 jaar zijn. Daarna gaan ze naar een gastgezin op de vaste wal, net als bij ons. Hoe vinden de kinderen dat zelf? Wel, het heeft voor en nadelen. Het voordeel is dat een leraar gelijk ziet of je niet lekker bent en je meteen helpt als je iets niet snapt. Een nadeel is dat je soms maar met twee kinderen in de klas zit. Daarom zijn er veel combinatieklassen. Veel kinderen verlaten het eiland. Jongens vinden het leuk als het zomer is en er meisjes op vakantie komen. Zij sloven zich dan extra uit door van de kades te springen. Dat maakt indruk!
Ik liep in het Unterland nog even door wat straatjes. Ik moest een hoedje tegen de zon kopen en zonnebrandcrème. Ik ben namelijk van plan om morgen een lange wandeling over het Oberland te maken en er is daar geen enkele beschutting. Dit wordt de eerste keer dat ik zo een hoedje draag, maar alles beter dan een zonnesteek.
Architectonisch is hier weinig over het Ober- en Unterland te vertellen. Hoewel, je kan meedoen aan een rondleiding. Wat is het geval? Na de oorlog, waarin heel Helgoland vernietigd was, besloot men Helgoland opnieuw op te bouwen en werden de bekendste architecten uitgenodigd voor een wedstrijd. Het moest geen wederopbouw worden, het werd meer gezien als een kans om misstanden op te lossen. Het resultaat van de wedstrijd is een uniek ensemble, gesloten in het grote, individueel in het kleine. Georg Wellhausen, degene die in 1952 de wedstrijd gewonnen had, wilde met zijn ontwerp de voor Helgoland in die tijd typische huizen die op en in elkaar stonden in een dichte bebouwing, op een moderne manier interpreteren. Een eigentijds ideaal van een in functies verdeelde stadlandschap (nou ja, stad is hier wel een erg groot woord). Wonen, toerisme en industrie zijn gescheiden. De bouwgebieden waren helder begrensd. Daarmee wordt de Charta van Athene gevolgd die ging over de stedelijke bebouwing na de Tweede Wereldoorlog.
Vanaf het Bovenland is dit goed te zien bij het Unterland. Daar herken je structuur het beste. Smal en compact en toch veel licht. Met hun lessenaarsdaken, de versprongen voorgevels en de balkons is het voor haast ieder huis mogelijk om een vrije blik op het water te hebben. Een architectonisch symbool voor Helgoland zijn natuurlijk de Hummerbuden, die in 1955 naar het ontwerp van Georg Wellhausen gebouwd werden. Zij waren niet alleen de werkplaats gebouwen van de Helgolander vissers, maar ze vormden ook een steunmuur voor het in 1947 door explosies ontstane Mittelland. De oorlogslittekens worden als getuige van de geschiedenis bewaard. De meeste hotels bevinden zich aan het zuidstrand, hoewel het woord “strand” wel een heel groot woord is voor dit piepkleine strandje. De eerste huizen rij heeft een concave vorm en hier liggen heel veel hotels.
De kubistische kleine vorm van de nieuwe huizen op Helgoland werd beïnvloed door het gedachtengoed van Bauhaus. Het hier bepaalde streven naar licht, lucht en zon wordt weerspiegeld in de minimale oppervlakken en de oost-west georiënteerde plattegrond. Om eentonigheid te vermijden lopen alle straten licht gebogen met verspringende gevels. Daardoor heb je steeds weer andere doorkijkjes.
Met haar hoge ruimtelijke dichtheid herinnert de nieuwe bebouwing bewust aan het oude Helgoland. Tegelijkertijd zijn de huizen aan de heersende klimatologische omstandigheden prima uitgerust. Want de huisjes die dicht op elkaar staan, de gevels die verspringen en het kronkelige daklandschap breken de krachtige winden vanaf de Noordzee.
De nieuwe huizen die tussen 1953 en 1966 gerealiseerd zijn ademen ook een Scandinavische lucht. Geïnspireerd door Deensde architectuur onderscheiden de huizen op Helgoland zich door hun scherp gesneden, plastisch gevormde gebouwen met asymmetrische gevels. Ook de kleuren en het materiaal, evenals de vierkante, vlak ingezette ramen komen uit de Deens architectuur. En zo vormt de nieuwbouw tevens een bewuste tegenstelling tot het nationaal-socialistische historisme.
En zo werd het uiteindelijk toch weer tijd om naar mijn appartementje te gaan en te genieten van mijn uitzicht.
Natuurlijk maak ik voor veel gegevens af en toe gebruik van Wikipedia, vooral, zoals bij Helgoland, bij lange geschiedenissen. Daar ontkom je vaak niet aan. Verder haal ik veel uit boeken, uit folders en infomateriaal bij musea. Tenslotte weet ik ook niet alles uit mijn hoofd.
-
23 Augustus 2022 - 22:03
Ava:
Veel plezier met je programma van morgen! Dank weer voor dit verslag! -
24 Augustus 2022 - 10:18
Jip:
Bij de kostuumvereniging mochten we alleen de term Streekdracht gebruiken, ;)
Interessant, alleen jammer dat bv de huizen van vroeger allemaal weg zijn. Dapper dat je dit allemaal onderneemt terwijl lopen niet zo makkelijk gaat. Maar, zoals mijn man altijd zegt, als je iets wilt zien, moet je erheen, want het komt niet naar je toe.
Veel plezier weer! -
24 Augustus 2022 - 13:13
Hetty Kappelhof:
Interessant allemaal Elly, vooral over de architectuur.
Ik zou het best zelf willen zien en zoals Simon zegt"je hoeft er niet meer zelf heen tegenwoordig. Zoek het maar op ".
Voor mij is dat trouwens niet hetzelfde !
Ga zo door en rij voorzichtig.
Hier in Ossendrecht alles goed en heel warm.
Dank weer voor je verslag.
H. groet,
Hetty en Simon
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley