Dinsdag 28 augustus. Van Glumlöv naar Rendsburg.
Door: Elly van Oudenaren
Blijf op de hoogte en volg Elly
28 Augustus 2018 | Duitsland, Rendsburg
Na het ontbijt weer op weg. Ik wilde vandaag over de brug die over de Sont gaat en die Zweden en Denemarken met elkaar verbindt. Maar ik wilde er niet meteen overheen; ik had uitgezocht dat er een “utsiktsplats” was. Als je eenmaal op de brug zit kun je niet meer stoppen, dus je moet het zo plannen dat je eerst naar dat uitzichtpunt gaat. Maar eerst wilde ik tanken. Het eerste tankstation was dicht en bij het tweede kwam er niets uit het pistool. Bleek dat je ook nog een knopje in moest drukken. Weet ik veel. Maar in Zweden wordt aangeraden altijd met een volle tank te rijden omdat er niet zoveel zouden zijn als bij ons. Nou, in deze buurt viel dat wel mee. En toch, als hij op half staat word ik al nerveus. Dan ga ik al tanken. Dat had Gilles ook. We hadden eigenlijk als regel dat we de dagen dat we rijden moesten begonnen met tanken. En ik heb ook nog het idee dat als een vrouw zonder benzine staat, het “maar een vrouw is”. Als een man zonder benzine staat, is hij gewoon stom.
Met een volle tank reed ik richting Malmö. Ik ben in Wallanderland en zie namen van plaatsen die ik ook uit de detectives ken. Je kon op twee manieren bij het uitzichtpunt komen en Tom wilde de langere route. Ik zei tegen hem dat ik al de hele vakantie naar hem luister en dat hij nu maar eens naar mij moest luisteren. Dus toen ik mijn eigen route koos paste hij zich onmiddellijk aan.
We reden eerst een stukje snelweg langs de kust en zagen in de verte al de contouren van de brug. Daarna pakten we de rondweg van Malmö en al gauw vonden we het uitzichtpunt. Het was indrukwekkend. Ik zou daar straks overheen. En dan te bedenken dat er in Genua pas een brug ingestort is… Maar ja, dat zijn dan ook Italianen. Ik weet dat er in Zuid-Italië ook bruggen zijn die zonder de benodigde papieren gebouwd zijn. Daar heeft de Camorra het nog voor het zeggen.
De Sontbrug (officieel Øresundsbron, porte-manteauwoord van het Deense Øresundsbroen en het Zweedse Öresundsbron) is het opvallendste onderdeel van de 16 kilometer lange verbinding voor weg- en spoorverkeer over de Sont tussen Kopenhagen in Denemarken en het Zweedse Malmö. George Rothne ontwierp de brug en het ingenieursbureau Arup tekende het constructief ontwerp van de brug.
De grootste overspanning van deze tuibrug is 490 meter. De hoogste pyloon is 204 meter. Naar schatting weegt de brug in totaal 82 miljoen kilogram. De maximale hoogte van het wegdek is 57 meter. De verbinding, bestaande uit een spoorlijn met twee sporen en daarboven een weg met 2×2 rijstroken, werd op 1 juli 2000 door de Zweedse koning Karel XVI Gustaaf en de Deense koningin Margrethe II geopend. Een halve maand voor de officiële opening konden de Denen en Zweden door middel van een donatie aan het Deense Rode Kruis een kaart kopen om de brug skatend, fietsend of lopend over te gaan.
De gehele verbinding over de Sont bestaat uit een dubbeldeksbrug (autosnelweg boven, spoorweg beneden) van bijna 8 kilometer lang aan Zweedse kant; het kunstmatige eilandje Peberholm ("Pepereiland", zo genoemd als toespeling op het naburige natuurlijk gevormde Saltholm, "Zouteiland") met een lengte van 4 kilometer waar snelweg en spoorweg naast elkaar komen te liggen; en een 4 kilometer lange tunnel, de Drogdentunnel aan Deense kant. De bouw begon op 16 september 1993 en de kosten beliepen zo'n 3 miljard euro. De brug-tunnelcombinatie is aangelegd om de regio Kopenhagen-Malmö (Sontregio) een economische impuls te geven en zo tegenwicht te geven aan de neiging van de EU haar belang steeds meer zuidwaarts te zoeken. Daarnaast heeft ze de reistijd van Kopenhagen naar het Deense eiland Bornholm met circa drie uur verkort.
De E20 loopt over de brug. Per etmaal rijden er circa 11.800 voertuigen over de brug (4,3 miljoen voertuigen in 2004). De brug concurreert met de veerverbinding Helsingør-Helsingborg.
Het is schitterend om eroverheen te rijden. Je kan, ondanks de railing, ver over het water kijken. Gilles en ik zijn er met de kinderen met de Colour Line onderdoor gevaren.
Maar aan alles komt een eind, ook aan deze brug. Nu bevond ik me in Denemarken, vlakbij Kopenhagen. Daar was het wat drukker, maar goed te rijden. In Denemarken moet je een paar eilanden over, te beginnen met Seeland, Sjælland in het Deens. Dit is het grootste eiland en ook belangrijk omdat Kopenhagen daarop ligt. Bij de plaats Køge splitst de weg. Ik ging richting Denemarken, maar je kan hier ook kiezen voor de veerverbinding Puttgarden-Rødby of Gedser naar Rostock. Veel mensen kiezen voor de veerverbinding naar Puttgarden, omdat de reistijd korter is.
Van het eiland Seeland reed ik via de brug over de Grote Belt, ook weer een tolbrug, naar het eiland Funen, Fyn op zijn Deens. Die brug hebben wij nog in aanbouw gezien toen we met de kinderen op vakantie waren in Denemarken.
De Grote Beltbrug (Deens: Storebæltsbroen) is een hangbrug die, net als de brug over de Sont, deel uitmaakt van de E20. Hij werd in juli 1998 voor auto’s en ander gemotoriseerd vervoer opengesteld. De Grote Beltbrug verving de historische veerverbinding van Krudshoved naar Halskov.
De verbinding bestaat uit twee bruggen van 6,6 en 6,8 kilometer lengte, die beide op het eilandje Sprogø uitkomen. De lengte van de verbinding is 18 kilometer. Ook het treinvervoer maakt sinds 1997 gebruik van de brug (ten westen van het eilandje) en de 8 kilometer lange spoortunnel tussen Sprogø en Seeland.
Om de internationale scheepvaart niet te hinderen, hangt de brug aan de oostzijde voor het wegverkeer hoog boven de Grote Belt. De bouwkosten bedroegen circa 4,2 miljard euro, en om deze terug te verdienen wordt tol geheven. Voetgangers en fietsers worden op de brug niet toegelaten maar kunnen de trein gebruiken.
Bij Odense op Funen werd ik bijna verleid om te stoppen. Hier bevindt zich een museum over Hans Christian Andersen. Maar Odense is een flinke stad en zie dan maar weer eens je auto kwijt te raken. Dat bewaren we dus voor een andere keer.
Als je dacht dat we het nu gehad hadden met bruggen dan heb je het mis. Ik moest ook de Kleine Belt nog over en dit was voor de verandering nu eens geen tolbrug.
De brug verbindt oost- en west Denemarken met elkaar en is gelegen bij Fredericia. De brug overspant de Kleine Belt, een smalle zeestraat tussen het eiland Fyn en het schiereiland Jylland. De E20 is de enige doorgaande oost-westsnelweg van Denemarken en is van vitaal belang.
De Klein Beltbrug bestaat uit een hangbrug met een overspanning van 600 meter. De gehele brug is 1,7 kilometer lang en de pylonen zijn 120 meter hoog. De brug heeft een vrije onderdoorgang van 44 meter, iets lager dan de Grote Beltbrug en de Øresundbrug. De brug telt 2x3 rijstroken, hoewel de aansluitende delen 2x2 rijstroken tellen. De brug is tolvrij. Vanaf de brug heeft men een goed uitzicht op Middelfart en de heuvelachtige kust. De brug heeft een verwarmd wegdek zodat er geen ijsvorming in de winter kan plaatsvinden.
Voordat de huidige brug gebouwd werd, bestond er al sinds 1935 de Oude Kleine Beltbrug (Deens: Gamle Lillebæltsbro), een smalle brug met twee rijstroken waarover ook een spoorlijn liep. Deze brug hadt bijzonder smalle rijstroken en was niet geschikt voor zwaar verkeer. Bovendien moet men door de bebouwde kom van Middelfart. Vanaf 1965 werd de nieuwe brug gebouwd, die op 21 oktober 1970 opengesteld werd voor het verkeer. Deze brug was de eerste grote oeververbinding in Denemarken. Met de aanleg van de brug opende tegelijkertijd een flink deel van de E20 rondom Kolding.
Ik had nu alle bruggen gehad en kon koers zetten richting Duitsland. Het was relaxed rijden en ik was tegelijkertijd mijn Frans aan het oefenen met ABBA’s “Voulez-vous”.
Ik passeerde de grens en naderde mijn einddoel voor vandaag: Rendsburg. Rendsburg ligt aan het drukbevaren Noord-Oostzeekanaal en is bekend om zijn hoge spoorbrug, ja, alweer een brug.
De Rendsburger Hochbrücke is een spoorbrug in Rendsburg in de Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein. De brug over het Noord-Oostzeekanaal is onderdeel van de spoorlijn Neumünster - Flensburg. De brug werd gebouwd tussen 1911 en 1913. Naast spoorbrug is de Hochbrücke tevens drager van een zweefbrug die onder de spoorbrug zweeft. De installatie overspant 135 meter en werd in gebruik genomen op 2 december 1913. De zweefbrug is uitgerust met marifoon en radar en wordt elk kwartier bediend van vijf uur 's-morgens tot elf uur 's-avonds, in de winter een uurtje korter. De reistijd bedraagt anderhalve minuut. Anno 2014 heeft de zweefbrug inmiddels meer dan 600.000 kilometer afgelegd.
De brug heeft een maximale hoogte van 68 meter. Omdat de brug op korte afstand van het station Rendsburg ligt is er een speciale stijgingsbaan aangelegd om de lijn op hoogte te brengen, de zogenaamde Rendsburger Schleife. De lengte van de brug is 2.486 meter. De zweefbrug meet 14 bij 6 meter en weegt 45 ton. Deze rijdt met acht wielen over de rails en wordt met vier motoren van elk 21 pk aangedreven.
In de nacht van 13 januari 1993 trok een zeer zware storm over het kanaal en de remmen konden de zweefbrug niet meer houden. De brug reed zonder bestuurder het kanaal over en botste onderweg op een vrachtschip. Er vielen geen gewonden.
Op 8 januari 2016 botste de zweefbrug tegen een vrachtschip, waarbij twee personen gewond raakten (de veerman en de enige passagier) en een paar draagkabels braken. Daarbij werd de zweefbrug zo zwaar beschadigd, dat hij niet meer gerepareerd kon worden. Er wordt nu een nieuwe gebouwd en met hoopt dat hij in 2020 klaar is. Van de oorspronkelijk 20 bestaande zweefbruggen in de wereld is dit één van de acht nog bestaande bruggen.
Ik zit in een hotel direct aan het Noord-Oostzeekanaal. Hier varen de grote zeeschepen vlak voor het hotel langs: tankers, cruiseschepen en vrachtschepen. Mensen komen hier de hele dag schepen bekijken. Een stukje naast het hotel is een camperplaats, waar de campers op verschillende etages staan om alles goed te kunnen bekijken. Ook aan de overkant zag ik zo een camperplaats. En als er een groot schip aankomt, zie je iedereen rennen met zijn camera.
Het Noord-Oostzeekanaal of Kielerkanaal (Duits: Nord-Ostsee-Kanal, afgekort: NOK) vormt de verbinding tussen de Noordzee en de Oostzee. Het behoort tot de drukst bevaren kanalen in de wereld (bijna 35.000 schepen in 2012). Door de economische groei van de Baltische landen en Rusland groeide de scheepvaartlading in dit kanaal van 48 miljoen ton in 1996 naar 104 miljoen ton in 2012.
Het kanaal doorsnijdt de Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein met als eindpunten Brunsbüttel aan de Elbemonding en het noordoostelijker gelegen Kiel, een afstand van 96,8 kilometer. Schepen die varen van de Oostzee naar de Noordzee, of omgekeerd, hoeven nu de reis niet om Denemarken te maken. Een schip dat vaart tussen de haven van Rotterdam naar het Poolse Stettin kan zo de reis met iets meer dan 325 kilometer bekorten.
De bodem van het kanaal ligt op 11 meter diep. Het is zo'n 162 meter breed gemeten aan het oppervlakte al zijn er smallere delen met een breedte van 102 meter. De bodembreedte is 90 meter, maar ook hier zijn enkele trajecten smaller, met een breedte van 44 meter. Het kanaal is afgesloten met sluizen, de oude sluizen, gebouwd van 1887 tot 1895, zijn 125 meter lang en 22 meter breed en het duurt circa 30 minuten om deze te passeren. Tussen 1911 en 1914 zijn nieuwe en grotere sluizen aangelegd. De nieuwe sluizen zijn 310 meter lang en 42 meter breed. De passeertijd bedraagt ongeveer 45 minuten. Van de nieuwe sluizen ligt de sluisdrempel op 14 meter diep en voor de oude sluizen is dit circa 10 meter. Aan beide uiteinden van het kanaal liggen twee oude en twee nieuwe sluizen.
In 2010 werden plannen bekendgemaakt voor de aanleg van een vijfde schutsluis bij Brunsbüttel. De nieuwe sluis komt te liggen tussen de oude en nieuwe sluizen in. De extra sluis is noodzakelijk om het scheepvaartverkeer snel te verwerken en ook om grotere schepen toegang tot het kanaal te verschaffen. De nieuwe sluis wordt met 330 meter zo'n 20 meter langer. De breedte en sluisdrempel blijven onveranderd op 42 en 14 meter respectievelijk. De aanleg zal circa zes jaar duren en als de bouw volgens plan verloopt komt deze omstreeks 2020 in gebruik.
De eerste plannen voor een kanaal tussen beide zeeën stammen al uit de 16e eeuw. In 1784 werd het Eider kanaal geopend, geschikt voor schepen tot circa 300 ton. Het was slechts 29 meter breed en tot drie meter diep. Het werd al snel te klein. Kanselier Otto von Bismarck was een voorstander van een groter kanaal, maar slaagde niet zijn plannen hiervoor ten uitvoer te brengen. In 1878 wist Herman Dahlström, een reder en zakenman uit Hamburg, de regering te interesseren voor een kanaal voor zakelijk maar ook militair gebruik. In 1886 werd het besluit tot de aanleg genomen; een jaar later startte de bouw en het kanaal werd op 21 juni 1895 door de Duitse keizer Wilhelm II in gebruik genomen. Het kanaal is nog enkele keren verbreed. Tot 1948 droeg het kanaal de naam van zijn grootvader keizer Wilhelm I (Kaiser-Wilhelm-Kanal). In het internationale scheepvaartverkeer wordt de Engelse naam Kiel Canal gebruikt.
Bij het hotel waar ik zit is dus een groot terras en daarvoor hebben ze een kunstmatig zandstrandje gemaakt met echte Duitse strandkorven erop. Het hotel heeft een goede keuken en de kamer is geweldig. Mijn dag is weer goed. Morgen op naar Nederland.
-
28 Augustus 2018 - 20:05
Jip:
Elly speelt Saga! Spannend die foto die we uit de serie zo goed kennen. Ooit al eens in Ribe geweest, nog aan de Deense kant vd grens? Ik zou daar zo naartoe willen verhuizen!
Goede reis naar huis morgen en bedankt voor alle prachtige verslagen en mooie foto's. -
29 Augustus 2018 - 12:41
Carlan:
Dank voor alle verslagen van je indrukwekkende reis! Heb ze met veel plezier gelezen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley