Trier - Reisverslag uit Trier, Duitsland van Elly Oudenaren - WaarBenJij.nu Trier - Reisverslag uit Trier, Duitsland van Elly Oudenaren - WaarBenJij.nu

Trier

Door: Elly

Blijf op de hoogte en volg Elly

19 April 2023 | Duitsland, Trier

Dinsdag 18 april.

Vandaag toch wel weer even een dag om bij stil te staan. Op deze dag was Gilles jarig. Altijd een huis vol en altijd gezellig. Maar niet bij de pakken neerzitten, het leven gaat door, dus nog een keer naar Trier vandaag, de stad waar ik ook met Gilles geweest ben.

Ik stond om zeven uur op. Ik wilde namelijk om ongeveer negen uur weg naar het station in Cochem. Dan kan ik rustig aandoen. De trein zou om 9.41 uur vertrekken. Rinske verklaart mij dan altijd voor gek want waarom zo vroeg weg? Maar ja, zo ben ik nu eenmaal. De auto kon ik op de grote city parking achter het station kwijt vlak voor de ingang. Je betaalt 2 euro voor een hele dag. Ik las in de krant hier dat de mensen dat te duur vinden. Er was een heuse actie tegen de verhoging geweest.

Nadat ik een kaartje gekocht had ging ik met de lift naar het perron. Er werd van alles omgeroepen, onder andere dat de trein naar Mannheim 25 minuten vertraging had. “Gelukkig,” dacht ik, “dat ik de andere kant op moet.” Voor mij is de route naar Mannheim via Koblenz, maar voor de Deutsche Bundesbahn dus duidelijk niet. Het was mijn trein die vertraging had. Deze rijdt via Trier, Saarburg, Saarbrücken en Kaiserslautern naar Mannheim. De laatste optie duurt 3 uur en veertig minuten; via Koblenz 2 uur en 35 minuten. De eerste is gewoon bijna een rondrit!

Het was koud op het stationnetje, dat wel mooi was maar erg vervallen. Als ik het gelijk goed begrepen had, had ik beter in de auto kunnen wachten. Ik kon nergens zitten. Er stonden wel stoelen, maar die waren van ijzer en steenkoud. Er stond ook een koude wind. Eindelijk kwam de trein en gelukkig was er plaats genoeg om te zitten.

Ik had me een beetje op de treinreis verheugd, leuk langs de Moezel. Nou, daarin had ik me dus vergist. Ik kon op de kaart niet precies zien hoe de trein reed maar daar kwam ik gauw achter. Vlak na station Cochem reden we de Kaiser-Wilhelm- tunnel in, een van de langste spoortunnels in Duitsland. De tunnel met twee sporen werd gebouwd tussen 1874 en 1877 en verkort het Moezeltraject tussen Cochem en Ediger-Eller van 21 tot 4,2 kilometer. Het noordelijke portaal van de tunnel ligt midden in het stadsgebied van Cochem. Het zuidelijke portaal ligt ca. 500 meter voor het station Ediger-Eller.

In 2010 begonnen de werkzaamheden voor een nieuwe tunnelbuis en door de “nieuwe Kaiser-Wilhelm-Tunnel” rijden sinds 2014 treinen. In aansluiting hierop begonnen de spoorwegen de oude tunnel uit 1879 te saneren. Door de oude tunnel reden dagelijks ongeveer 170 treinen, hij was jarenlang tweesporig en voldeed niet meer aan de huidige eisen. Op 6 oktober (mijn trouwdag!) 2017 werd het spoor door de vernieuwde tunnel tussen Cochem en Ediger-Eller officieel in gebruik genomen.

Wij passeerden het piepkleine stationnetje van Ediger-Eller, onder welke gemeente dit vakantiepark valt. Stationnetje is zelfs nog een te groot woord, het was meer een perronnetje! Mijn ogen waren net gewend aan het daglicht en we waren juist de Moezel overgegaan, toen we de Petersbergtunnel indoken. Hij verbindt de plaatsjes Neef en Ediger-Eller met elkaar. Hij is maar 370 meter lang en werd in 1970 geëlektrificeerd.Hij werd in het kader van de bouw van het moezeltraject gebouwd tussen 1874 en 1877 en in 1879 geopend. Hij loopt onder de Neefer Petersberg door.

Na meer dan 135 gebruikt te zijn voldeed hij niet meer aan de huidige technische eisen. Daarom werd tussen 2017 en 2019 de tunnelbuis verbreed en van binnen voorzien van gewapend beton. In tegenstelling tot het rode rotsgesteente van voor de sanering laat het gewapend beton geen water door en voorkomt hiermee wateroverlast in de tunnel. Omdat de tunnel breder was kon na de sanering de afstand tussen de sporen vergroot worden van 3,50 tot 4 meter. Om ook aan de zuidkant van het portaal de afstand tussen de sporen te kunnen verhogen, werd de daar aanwezige steunmuur aan de bergzijde verplaatst.

De sanering werd volgens de “tunnel-in-tunnel-methode” doorgevoerd. Daarbij wordt in de oorspronkelijke tunnel met twee sporen een spoor verlegd en met een beschermende stalen hulsel, de binnenste “tunnel” omgeven. Tijdens de bouwwerkzaamheden kan daardoor het verkeer op het traject, weliswaar met kleine beperkingen of aanpassingen in de reistijd, doorgang vinden. De bouwkosten kwamen uit op 16 miljoen euro. Kort samengevat: in 1879 werd de lijn in bedrijf gesteld en in 1970 werd hij geëlektrificeerd. Op 1 februari 2017 was het begin van de sanering en deze werd op 14 december 2019 voltooid.

Daarna volgde nog de Prinzenkopf-tunnel van 459 m lang tegenover het dorpje Pünderich. Aan de oostkant grenst de tunnel aan de “dubbeldek” brug van Bullay. Dit is de eerste dubbeldekkerbrug van Duitsland. De 314 meter lange brug werd gebouwd in de jaren 1875-1878 als onderdeel van de spoorlijn Koblenz-Trier. Dit traject stond ook bekend als de “kanonnen trein”. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd deze lijn gebruikt voor bevoorrading van het westelijk front. Op 10 februari 1945 werd hij tijdens een bombardement vernietigd en op 24 april 1947 werd hij herbouwd.

Aan de westzijde loopt het traject over het hangviaduct van Pünderich, echt spectaculair. Het rotsviaduct is een van de meest opmerkelijke bouwwerken van de Moezelspoorlijn, die dwars door de wijngaarden loopt. De ondergrond van de helling bestaat uit een diepte van 2 à 10 meter los gestapelde grote keien.

De grootste moeilijkheid bestond erin dat elke schacht voor de pijler voorzien moest zijn van een stevig geraamte. De ongunstige ligging bemoeilijkte het werk. Een ingemetseld document citeert alle diensten en firma’s die eraan meegewerkt hebben. Ook de kosten worden vermeld met een vergelijking van de toenmalige prijzen van levensmiddelen als brood, vlees en wijn!

Het totaalbedrag van het hangviaduct bedraagt 460.000 Mark. Het heeft een lengte van 786 meter en heeft 92 gewelfde openingen van 7.20 breedte en maakt een stijging van 1:100 met een boog van 700 meter in is daarmee het langste hangviaduct van Duitsland. Van 19 juli 1944 tot 3 maart 1945 hebben gevechtspiloten tevergeefs het viaduct proberen te vernielen. Het was het moeilijkste bouwwerk in zijn soort. Voor de elektrificatie moest het dieper gelegd worden.

Ik wilde donderdag eigenlijk naar de hoofdstad Luxemburg gaan, maar het zou slecht weer worden. Ook mijn lichaam laat het af en toe afweten dus een paar dagen rust is prima. Dat geeft me de gelegenheid om naar het viaduct te rijden en een paar foto’s te maken. Het was het plan om jullie over Trier te berichten, maar ik ben nog niet eens in Trier met mijn verhaal! Ik wist ook niet dat er zoveel over dit tracé te schrijven was!

Maar na Bullay werd de rit minder interessant. We gingen van de Moezel af richting Wittlich, waar we stopten bij het Hauptbahnhof. Dat zo een klein plaatsje met ca. 19000 inwoners überhaupt een “Hauptbahnhof” heeft. Wij hebben natuurlijk ook Bovenkarspel-Grootebroek Hbf, want we hebben Flora halte!

We reden door een glooiend landschap en bereikten om ongeveer 11 uur Hauptbahnhof Trier. Dat vond ik nou wel weer een beetje petieterig voor zo een grote stad. Maar dat zal wel aan mij liggen. Eerst maar even naar toilet want je weet nooit wanneer je weer kunt en op een station is het meestal netjes. Dat was ook zo, maar ik moest wel een euro betalen, wat veel is, ook al omdat je wat geeft.

Ik had besloten om veel gebruik te maken van het openbaar vervoer, zodat ik wat minder mijn voeten hoefde te belasten. Gelukkig zag ik een bus staan met “Porta Nigra” erop en daar sprong ik gelijk in.

Ik wist dat bij de Porta Nigra het verkeersbureau was, dus eerst maar daarnaartoe. Ik kreeg een plattengrondje en ik vroeg of er misschien een overzichtje was van het openbaar vervoer in de stad. Dat was er niet, omdat alles haast te voet te bereiken is. Voor mij dus niet. Gewapend met mijn plattegrondje (eigenlijk had ik het haast niet nodig want ik wist de weg wel) liep ik eerst naar de Porta Nigra, om die eens wat uitgebreider te bezichtigen. Maar daar hadden ze geen lift, alleen een nare trap. De man aan de kassa zei dat ik beter voor dat geld maar een kopje koffie kon gaan drinken!

Toen viel mijn blik op de Römer Express en dat vond ik wel wat voor mij. Gewoon, zo een treintje dat je door de hele stad rijdt. Dan zie je misschien weer dingen die je anders niet zou zien. Ik zat een beetje ongelukkig op een klein bankje, en dat voor 10 euro. Af en toe viel de uitleg weg. Je hoorde wat over het vierkante stadsplan, het schaakbordsysteem, uit de Romeinse tijd en dat de ommuring nog herkenbaar was aan de grote alleeën die de stad omringden. De stadsmuur uit de 2e eeuw was bijna 6,6 km lang en met de kantelen maximaal 8 meter hoog. Het fundament van de muur is tot 4 meter dik. Er was 280 ha ommuurd. Bijna 40 torens beveiligden de muursegmenten. Om topografische en strategische redenen verloopt de muur ovaal. Na drie kwartier was de trip voorbij. Dus nu maar lopen.

Ik houd ervan om ook dingen te bekijken die niet zo logisch zijn en ik had mijn zinnen gezet op de basilica St. Paulin, 650 m ten noorden van de Porta Nigra. Dat was wel even een loopje, maar zeker de moeite waard. Het is een schitterende barokke kerk met prachtige plafondschilderingen. Voor mezelf zal ik wat meer over deze kerk schrijven, voor jullie volsta ik met de beschrijving van de beschilderingen.

In het koor gaat het vooral om scenes uit het leven van St. Paulinus, geboren rond 300 in Aquitanië en in 358 gestorven in Phrygië. Hij was sinds 347 bisschop van Trier en werd op grond van theologische geschillen verbannen. In de katholieke kerk wordt hij als heilige en martelaar vereerd.

Het schip bevat scènes van het martelaarschap van het Thebaanse Legioen en de Christenen van Trier. Het Thebaanse Legoen, ook de martelaren van Agaunum, is de christelijke hagiografie van een volledig Romeins legioen van 6666 man, die zich massaal bekeerd hadden tot het christendom en samen in de 3e eeuw de martelaarsdood stierven.

Over de aanleiding bericht de Passio Acaunensium Martyrum van bisschop Eucherius van Lyon († ca. 454), dat in een handschrift uit de 8e eeuw is overgeleverd. Het legioen, gelegerd in het Egyptische Thebe, werd door keizer Maximianus (ca. 250-310) bevolen naar Gallië op te trekken om de opstandige rebellen neer te slaan. In de Alpen aangekomen sloeg het legeronderdeel zijn tenten op bij Agaunum in afwachting van verdere instructies.

De volgende morgen bij het krieken van de dag schalden de bazuinen en stroomden de soldaten uit hun tenten naar het appel. Op bevel van de plaatselijke commandant stelden de Thebaanse legionairs zich bij elkaar op. Hij maakte hun bekend dat ze onmiddellijk naar Xanten moesten afmarcheren om daar de opstandelingen te bestrijden. Maximianus gebood hen om offers te brengen aan de goden om de overwinning af te smeken. De soldaten, allen bekeerlingen, weigerden om de Romeinse goden en de keizer te aanbidden. Op keizerlijk bevel werd het legioen daarop gedecimeerd. Ook wordt er verhaald dat hen werd bevolen om actief aan de christenvervolgingen deel te nemen. Zij weigerden echter deze bevelen op te volgen. Tot twee keer toe werd iedere tiende man terechtgesteld. De overblijvers verzetten echter geen pas en wisten zich gesteund door hun commandant, Mauritius en de officieren Candidus en Exsuperius.

De opstand werd gesmoord in bloed, het legioen werd tot de laatste man ter dood veroordeeld, gemarteld en tenslotte afgeslacht. De Passio besluit met de vermelding dat de lichamen van de martelaren door bisschop Theodorus van Octodurum (Martigny) zouden zijn gevonden. Hij liet boven hun graf een kerk bouwen. Gezien zijn ambtsperiode moet dit tussen 350 en 380 zijn geweest. De basiliek die hij liet bouwen ter ere van de martelaars trok veel pelgrims, de overblijfselen zijn nog steeds te zien. Een gedeelte van de abdij werd gefinancierd door de koning Sigismund van Bourgondië en werd bekend als de Abdij van Sint-Mauritius.

Deze soldaten zouden zich in vele opzichten van hun Romeinse collega’s onderscheiden. Ze waren rustiger en bescheidener, Ze hadden een donkere huidskleur en waren slanker en soepeler in hun bewegingen dan de Romeinen. Zij zouden weinig of geen onderscheidingen op hun kleding gedragen hebben. De aanvoerders gingen op een zeer hartelijke wijze met hun soldaten om. Voor het naar bed gaan, stonden zij bij elkaar met gebogen hoofden, een gebed uitsprekend.

Ook de 13d-eeuwse Legenda aurea bericht over het Thebaanse Legioen en diverse heiligen zoals Victor van Xanten en Gereon van Keulen. Ook droegen ze een kruis met rondingen, het zogenaamde

Occitaanse kruis dat veel overeenkomsten vertoont met het koptische kruis.

Er is veel onenigheid over of dit legioen werkelijk heeft bestaan, hagiografen houden zich er al decennialang mee bezig. Sceptici onder hen wijzen erop dat er in de oudheid niets bekend is over een Thebaans legioen. De legende en de verering zouden volgens hen teruggaan op de vondst van grote militaire grafvelden langs de Romeinse wegen. Het is aannemelijk dat groepen legionairs slachtoffer zijn geworden van de christenvervolging van Diocletianus en zijn medekeizer Maximianus, hoewel er geen historische bewijzen zijn dat er een compleet legioen heeft bestaan dat ter dood werd gebracht of de mogelijkheid dat het legioen uit Thebe afkomstig zal zijn geweest.

Je ziet wat zo een bezoek aan deze kerk allemaal teweegbrengt. Je zoekt van alles op, je leest veel na en je wordt weer een stukje wijzer. Als ik ooit nog in een quiz op televisie verschijn kan ik tenminste antwoord geven als hier een vraag over gesteld wordt. Na het bezoek aan deze hele mooie kerk liep ik terug naar de Porta Nigra. Onderweg nam ik nog terloops een foto van Karl Marx, een groot standbeeld geschonken door de Volksrepubliek China. Het standbeeld is vijf meter hoog en omstreden. Het is een paar keer in brand gestoken.

Ik liep nu het bekendere deel, meer toeristische deel van Trier in. Via de Simeonstraße liep in naar de Hauptmarkt. Ik kwam langs het Simeonstift. Simeon van Trier liet zich na 1028 als kluizenaar inmetselen in de Porta Nigra. Na zijn dood op 1 juni 1035 werd hij op de begane grond begraven en nog met Kerst in hetzelfde jaar heilig verklaard. Te zijner ere bouwde men het Simeonsstift en verbouwde men de Porta Nigra om tot kerk.

De Porta Nigra is de noordelijkste van de vijf stadspoorten in de stadsmuur uit de 2e eeuw n. Christus. Het zandsteen was oorspronkelijk lichtgekleurd, maar was in de middeleeuwen al zo verkleurd, dat de poort “Porta Nigra” (zwarte poort) genoemd werd. De zandsteenblokken waren zwaar, zelfs tot 6 ton. Ze werden niet gevoegd maar zijn zo stabiel vanwege hun gewicht en door ijzeren krammen. Deze werden in de middeleeuwen vaak gestolen. Op de plaats waar ze zaten zijn nog gaten te zien.

Tussen de buiten en binnenmuur is een ruimte, de “Zwinger”. De poort had twee valhekken aan de landkant en twee normale openslaande deuren aan de kant van de stad. De torens zijn aan de landkant halfrond en naar buiten gewelfd. Op deze manier werd een dode hoek bij het controleren van de muur vermeden.

Er valt nog veel meer over te schrijven, maar dat doe ik maar niet. Ik liep verder langs het “Driekoningenhuis”. Een middeleeuwse gevel in een afwijkende, oosters aandoende kleur. De gevel hoort sinds de 17e eeuw bij dit “Driekoningenhuis” uit de vroege 13e eeuw, gebouwd net in de overgangsperiode tussen de romaanse en de gotische stijl. Het huis had wel een deur, maar niet beneden, maar op de eerste verdieping. Beneden was een blinde muur. Als je naar binnen wilde moest dat via een, waarschijnlijk opklapbare, ladder doen. Het was een soort woontoren.

Ik liep langs andere schitterende gevels; het zou te ver voeren om alles te beschrijven. Via een poortje aan de Marktplatz liep ik naar de St. Gandolf kerk. Met een toren van 62 meter was hij hoger dan de domtoren. Daarom verhoogden de aartsbisschoppen rond 1515 de zuidelijke domtoren, wat een asymmetrie van de domgevel tot gevolg had. De huidige vorm van de kerk als stadsparochie kerk komt uit de 15e eeuw, een gotisch schip met een noordelijk transept. Uit de middeleeuwen komen de gotische kleuren van de gewelven die in 1981 gerestaureerd zijn.

Ik wilde intussen wel wat eten en keek even bij de “Steipe” op de menukaart. Maar iets kleins was niet te vinden. Ik heb hier met Gilles ooit op het terras gezeten. “Steipen” betekent in het dialect “leunen op”. Twee strijders staan aan de met kantelen bekroonde gevel van het huis boven de vier beschermheiligen van de stad (Helena, Petrus, Paulus en Jacob de Oudere). De aartsbisschop zal zich niet alleen geërgerd hebben aan het feit dat ze groter zijn dan de heiligen-beelden en ook nog boven diens hoofden stonden, maar ook aan de richting waarin ze stonden en de verschillende helmen van de twee soldaten. Het was een provocatie van de burgers.

Ik zag de Petrusfontein uit 1595, die ze net opnieuw aan het beschilderen waren. De fontein was het antwoord van de aartsbisschop op de twee strijders aan de gevel van de Steipe: men herkent de vier hoofddeugden (rechtvaardigheid, matigheid, wijsheid en kracht) als vrouwenbeelden rondom de zuil van de fontein met als contrast de kleine aapjes (laster), die onzin uitvoeren.

Ik zag de oudste apotheek van Duitsland, de Löwenapotheke uit 1241. Allemaal mooie gebouwen. Via een klein straatje, de Sternstraße, liep ik naar de Dom. Er was ook een klein tentje waar ik een kopje theegedronken heb. De Dom blijft prachtig, maar beschrijven doe ik hem niet. Dan ben ik de hele dag bezig. Ik ben er al verschillende keren in geweest en hij is indrukwekkend. Ernaast staat de Lievevrouwekerk uit 1235, ook schitterend. Vanuit een gemarkeerd punt in deze kerk kan men op de zuilen de twaalf apostelen zien. Als de twaalf dragende zuilen van de Kerk staan ze allegorisch in de kerkruimte. Wat ik nog wel kwijt wil over dit ensemble is dat Helena, de moeder van keizer Constantijn, aan het begin van de 4e eeuw na Chr. haar paleis aan bisschop Agritius van Trier schonk. Deze liet het paleis afbreken. Op deze plaats werden de Dom en de Lievevrouwenkerk gebouwd. Bij uitgravingen onder de Dom vond men vele delen van kapotgeslagen plafondfresco’s. Deze zijn weer hersteld en te zien in het bisschoppelijk museum.

Ik liep langs het paleis Kesselstadt uit 1745, dat een belangrijk wijnhuis heeft. Voor de ingang is een replica van het wijnschip van Neumagen te zien. Je verlaat de Dom-immuniteit via een grote boog.

Al gauw kwam de rode toren in beeld, een restant van een Renaissance slot dat aartsbisschop Lothar van Metternich al in 1614 had laten bouwen rondom de antieke muren van de Basilica.

Ik begon al behoorlijk moe te worden maar ik moest nog wel een stukje. Ik liep naar de Basilica van Constantijn. Eigenlijk zou hij naar Valentinianus genoemd moeten worden, omdat hij pas door de keizers uit de late 4e eeuw voltooid en gebruikt werd. Sinds 285 hebben zes keizers in de Basilica gezeteld. Het gebouw heeft een oppervlakte van ca. 70 x 30 meter en is meer dan 30 meter hoog. De ramen zijn meer dan 7 meter hoog. Aan het begin van de 4e eeuw liet keizer Constantijn het representatieve gebouw bouwen als middelpunt van zijn residentie in Trier. De Baslilica was voorzien van vloerverwarming. De vloer bestond uit marmer met daaronder buizen waardoorheen warm water gevoerd werd. Delen van de apsis en triomfbogen waren voorzien van kostbare mozaïeken. Nadat de Romeinen vertrokken waren kwam het gebouw in diverse handen, waarbij steeds wat veranderd of afgebroken werd. Ook werd het tijdens de Tweede Wereldoorlog beschadigd.

De aula beschikt over een indrukwekkende akoestiek en het nieuwe orgel van 2014 bestaat uit 87 registers en 6006 pijpen. Sinds 1857 is de Basilica als protestantse Verlosserkerk in gebruik, waarbij ook nu nog de Romeinse ruimtestructuur herkenbaar is.

Ik was nu vlakbij de Kaiserthermen, die ik gisteren al bezocht had. Die zijn sinds 1986, het geboortejaar van mijn zoon Gilles, opgenomen in de lijst van werelderfgoed van Unesco. Maar ik wilde nog naar de thermen op de Viehmarkt. Via de Jesuitenstraße liep ik ernaartoe. Deze thermen zijn ondergebracht in een veel bediscussieerd, modern glazen gebouw. Er was een lift, zodat ik ook het een en ander kon bekijken.

Het werd weer tijd om terug te gaan. Maar ik kon het niet laten om toch nog even langs het huis van Karl Marx, de belangrijkste “zoon” van Trier, te gaan. Vanaf de Viehmarkt nam ik de bus naar het station, waar ik nog even een broodje nam en wat te drinken kocht. Ook ontbrak een bezoek aan het toilet natuurlijk niet. Ik had de trein van 17.31 uur gepland, dus ik moest nog even wachten. Ook weer via een lift ging ik naar perron 13 noord, waar de trein vandaan zou vertrekken. Hij was redelijk op tijd en ik stapte ik. Maar nu liepen we weer vertraging op vanwege een technische storing. Na een kwartier vertrokken we.

Ik was moe, echt heel moe. Mijn voeten deden pijn. Eigenlijk deed alles pijn. Wie wat wil zien moet pijn lijden, of was de zegswijze anders? Maar ik had wel veel gezien en was toch voldaan.

Ik ging om half tien naar bed, wat voor mij extreem vroeg is. Na een nacht van 12 uur slapen heb ik besloten dat het beter is om woensdag wat rustiger aan te doen.


  • 19 April 2023 - 22:17

    Jip:

    Wat heb je veel gezien en gedaan. Palais Kesselstadt is ook een restaurant, bij mooi weer eten in de tuin met uitzicht op de Dom. Erg leuke stad!

    geniet ervan!


  • 21 April 2023 - 12:40

    Hetty Kappelhof:

    hallo doorzetter,

    Heb je verslagen gelezen maar helaas niet zoveel tijd om te reageren.

    Wou alleen melden dat ik niet meer?wist dat Karl Marx in Trier geboren was maar wel de 18e aan Gilles heb gedacht. Altijd makkelijk omdat hij een week voor mij jarig was.

    H. groet

    Hetty

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Duitsland, Trier

Naar de Moezel

In het voorjaar 2023 een weekje naar Cochem

Recente Reisverslagen:

22 April 2023

Slot Augustusburg

19 April 2023

Trier

17 April 2023

Trier

16 April 2023

Cochem

16 April 2023

Maria Laach
Elly

Hallo, Ik ben Elly van Oudenaren. Ik ben 64 jaar oud en docente Duits. Ik houd ervan om nieuwe dingen te zien, steden te bezoeken en te genieten van de verschillende landschappen. Dit jaar reis ik voor het eerst alleen. Een half jaar geleden is mijn man Gilles overleden. Maar ik wil nog zo graag van alles zien. We gingen altijd met de caravan, wat voor mij het leukste is. Nu ga ik langs hotelletjes. Dat is veel minder leuk, vind ik. Je zit dan alleen op de kamer, terwijl je op een camping gelijk aanspraak hebt. Maar misschien ontmoet ik toch wel hele leuke mensen, juist omdat ik alleen ben. Ik vertrek morgen, 17 juli. Via Venlo rijd ik naar Koblenz en dan verder naar Sasbach in Schwarzwald, waar mijn vriendin woont. Daar ga ik eerst een paar dagen bijkomen. Vervolgens rijd ik weer noordwaarts en ga via Dresden naar Holtendorf, waar ik overnacht. Dan begint het avontuur. Ik ga een rondreis maken door Polen. Ik ga naar Krakau en dan naar Gdansk. Onderweg hoop ik allerlei interessante dingen te zien. Via de route langs de Oostzee rijd ik dan weer terug.

Actief sinds 15 Juli 2016
Verslag gelezen: 140
Totaal aantal bezoekers 53432

Voorgaande reizen:

29 Mei 2023 - 21 Juni 2023

Rondje Duitsland en Polen

14 April 2023 - 21 April 2023

Naar de Moezel

21 Augustus 2022 - 08 September 2022

Reis door Duitsland deel 2

06 Juni 2022 - 25 Juni 2022

Reis door Duitsland deel 1

29 Juli 2018 - 29 Augustus 2018

Rondje Oostzee

30 Juli 2017 - 22 Augustus 2017

Op reis door de Baltische Staten

17 Juli 2016 - 09 Augustus 2016

Alleen naar Polen

Landen bezocht: