Trier

Maandag 17 april

Vanmorgen ben ik om half acht opgestaan omdat ik de trein van 9.41 uur naar Trier wilde nemen. Maar helaas, het regende. En omdat ik niet zo snel loop ben ik gauw door en door nat. Wat nu? Dan maar eerst naar Grevenmacher in Luxemburg. Daar is een hele grote supermarkt en dan kon ik, ik ben natuurlijk wel een Hollander, ook meteen “goedkoop” tanken. In Luxemburg kost de benzine 1,63 euro.

Dus eerst maar richting Luxemburg. Via de autobaan schoot het lekker op en ik was al vrij snel in Grevenmacher. Onderweg had ik een paar pittige buien maar op mijn bestemming was het droog. Wat een keuze in de supermarkt, maar echt niet zo “goedkoop” zoals je wel eens hoort. De wijnen vond ik ook aan de pittige kant wat prijs betreft, neemt niet weg dat ik een paar kleine flesjes mousserende wijn voor de avond heb meegenomen. Een Luxemburgs huis, Bernard Massard. Toen ik een jaar of 11 was hebben we met het gezin een bezoek gebracht aan de caves. Mijn vader kocht daar een flesje wijn en mijn moeder mooie glazen. Dus uit pure nostalgie heb ik deze wijn gekocht.

Ik dacht om dit ritje te combineren met toch een bezoek aan Trier, maar dan aan de bezienswaardigheden die niet direct in het centrum lagen. Ik keek op google maps naar parkeermogelijkheden in de buurt. De Europahalle leek me wel wat. Ik lees wel altijd even de reviews door en daarna besloot ik dat dit niet “mijn” parkeergarage was.

-Horrorparkhaus in Trier. Leider musste ich 1 Stern abgeben. Sehr enge, zu stressige Parkbuchten.

-Slechtste ondergrondse parkeergarage in Trier. Het is overal precies smal. Met een grote wagen is het een marteling. Bovendien is het duur. Ga liever ergens anders heen als je geen risico's wilt nemen voor je auto.

Als u niet in de 1e kelder kunt parkeren, probeer

dan niet de helling af te gaan, dit is riskant. Niet betalen, maar aanbellen en

domweg zeggen dat je niet verder naar beneden kunt. Betaal in dit geval niet!

En eigenlijk gaat het zo door. Ook nog iets over moeders met grote SUV’s die de bochten niet kunnen nemen. Ik voel mij niet aangesproken! Dan maar naar een andere mogelijkheid kijken. Ik besloot de parkeerplaats te nemen bij het “Bad an den Kaiserthermen”. Helaas reed ik er de eerste keer voorbij, maar dat gaf me wel de mogelijkheid alvast een blik op deze Kaiserthermen te werpen. En toen zag ik ook de parkeerplaats bij de thermen, dus niet bij het Bad. Ik heb 5 euro betaald en nog 4 om bij de Kaiserthermen naar binnen te mogen.

De Kaiserthermen beslaan een groot oppervlak: 250 meter lang en 145 meter breed. Deze afmetingen duiden op een keizerlijke bouwheer. De thermen behoorden tot het keizerlijk gebied rondom het paleis van keizer Constantijn. Deze gaf waarschijnlijk begin 4^de eeuw opdracht tot de bouw. In grootte werden ze overtroffen door de thermen in Rome en door de Barbarathermen, die ook hier in Trier zijn.

Flavius Valerius Aurelius Constatinus (ca. 275 – 22 mei 337) beter bekend als Constantij (I) de Grote, was een Romeins keizer. In juli 306 werd hij door zijn troepen uitgeroepen tot imperator en Augustus en vanaf 308 werd hij als zodanig erkend. Door allianties, militaire overwinningen en meevallers ging over een steeds groter deel van het Romeinse Rijk regeren, tot hij vanaf 324 alleenheerser werd.

Constantijn is vooral bekend als de eerste Romeinse keizer die het christendom zou hebben aangehangen en die de grondslag legde voor de christelijke fase van het Romeinse Rijk, dat zich verder zou ontwikkelen tot het Byzantijnse Rijk. Door het legendarische “visioen van Constantijn” in 312, zou Constantijn tot het christendom zijn bekeerd. Met zijn edict van Milaan (313) beloofde Constantijn dat christenen hun religie vrij mochten belijden en dat zij herstelbetalingen zouden ontvangen voor geleden stade door christenvervolgingen.

Een andere grote daad was de verplaatsing van de keizerlijke residentie naar Byzantium, dat hij zelf Nova Roma noemde, maar later naar hem Constantinopel (stand van Constantijn) werd genoemd. In 359 zou het officieel de hoofdstad van het Romeinse Rijk worden.

Toen Constantijn, na een beslissende overwinning op zijn concurrent over de alleenheerschappij, Trier definitief verliet, was de bouw van de Kaiserthermen nog niet klaar. Keizer Valentiin (364-175) liet delen van het gebouw, dat nog niet af was, afbreken en creëerde zo een gebouw voor representatieve doeleinden. Later werd er met de restanten nog een bastion gebouwd en werd het gebouw onderdeel van de stadsmuren. Onder het Pruisische bewind werden na 1817 deze middeleeuwse toevoegingen verwijderd. In de Tweede Wereldoorlog is er veel beschadigd omdat er een bom op terechtkwam.

Vandaag staat alleen de grote ruïne van het caldarium, het heetwaterbad, nog overeind. Maar omdat overal borden staan met uitleg is het goed te begrijpen hoe de thermen er vroeger uitzagen. Het bezoek aan de thermen begon vroeger in het palaestra, de gymnastiekplaats onder de blote hemel. Daarna volgden het frigidarium (= het koudwaterbad), het tepidarium (= warme lucht bad) en caldarium. Er omheen lagen gescheiden ruimtes voor het verkleden en om te zweten. Verbazingwekkend is tot op vandaag het uitgekiende bedieningssysteem van alle Romeinse thermen. Vanaf de vuurplaatsen werden de hete gassen in holle ruimtes onder de vloer (de hypokausten) geleid en vloeiden door buizen in de wanden weer naar beneden. Bovendien was er een goed functionerend afwatersysteem. Vanuit de onderaardse gangen verzorgden slaven het tijdrovende badbedrijf.

Na het bezoek aan de Kaiserthermen ging ik naar de kaartverkoop en vroeg of ze geld konden wisselen voor de parkeerautomaat. De kassier zei dat hij het niet had maar een vrouw die daar toevallig was wilde me wel helpen. “Heeft u de auto hiervoor neergezet? Dat mag niet en die auto’s worden weggesleept!” Nou, toen ik er kwam stonden er wel 50 auto’s, dus dan waren ze wel de hele dag aan het slepen geweest. Ik heb achteraf nog gekeken maar er stond niet dat er geen personenauto’s mochten staan.

Nu ging ik dus op weg naar de volgende parkeerplaats, bij het “Bad an den Thermen”. Ook dat had ik redelijk snel gevonden en nadat ik het gevraagd had bleek dat je hier niet hoefde te betalen. Toen ik de parkeerplaats afliep zag ik wel dat het alleen voor badgasten was. Maar ik dacht: “Ik ren wel even; ik ben zo terug!”

Het was wel even een stukje lopen naar de oude Romeinse brug met daarbij een standbeeld van keizer Constantijn. Het was twee kilometer, wat wel mijn grens is. De oude brug rust op zeven pijlers en stamt uit de tijd rond 144-152 na Chr. Het is de oudste brug ten noorden van de Alpen, en daar heb ik overheen gereden. Er gaat trouwens nog heel veel verkeer overheen.

Op de terugweg ben ik nog langs de Barbara-thermen gekomen, Op ongeveer 42.000 vierkante meter bevond zich hier het grootste thermencomplex van het gehele Romeinse Rijk, buiten Rome dan. Over een vlonder met borden met veel informatie loop je door het gebied heen. Van de Middeleeuwen tot in de 19^e eeuw lagen de Barbarathermen buiten de stad. De huidige naam is te danken aan de voorstad aan de Moezel die naar de kerk en het klooster St. Barbara is vernoemd. Tussen deze voorstad en de stad stonden in de 17^e eeuw nog grote resten van de Romeinse muren, zoals op oude stadsgezichten is te zien. Deze dienden echter net zoals andere Romeinse bouwwerken als steengroeve. In de vroege 20^e eeuw groeide de stad en verschenen er dicht bebouwde woonwijken op de middeleeuwse velden, waarvan de wegen voorheen de loop van de Romeinse straten hadden weerspiegeld.

Ik liep verder naar mijn parkeerplaats en gelukkig, mijn trouwe vierwieler stond er nog. Ik had het plan opgevat om via Bernkastel terug te rijden, maar na al dat geloop van vandaag vond ik het wel genoeg. Ik had weer een welbestede, informatieve dag achter de rug.